Decklio met alle belangrijke tekstkennis die je moet bezitten op referentieniveau 2F. Het gaat daarbij om de volgende begrippen: tekstsoort, genre, hoofdgedachte, tekstthema, signaalwoorden, signaalzinnen, signaalpassages, tekststructuur.
Een tekstsoort is het soort tekst, bijvoorbeeld een verhaal, een brief, een recept of een krantenartikel. Elke tekstsoort heeft een eigen doel, zoals informeren, overtuigen of vermaken.
Back
🤔
Wat is een genre?
Front
Een genre is een stijl binnen een tekstsoort, zoals een sprookje, een detectiveverhaal of een griezelverhaal binnen de tekstsoort 'verhaal'.
Back
🤔
Wat is hoofdgedachte?
Front
De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap die de schrijver aan de lezer wil overbrengen. Het is de kern van de tekst, vaak te vinden in de inleiding of het slot.
Back
🤔
Wat is tekstthema?
Front
Het tekstthema is het onderwerp van de tekst. Waar gaat de tekst over? Bijvoorbeeld 'duurzaamheid', 'gezondheid' of 'technologie'.
Back
🤔
Wat zijn signaalwoorden?
Front
Signaalwoorden zijn woorden die de lezer helpen de tekst beter te begrijpen door verbanden aan te geven tussen zinnen of alinea's. Voorbeelden zijn 'dus', 'omdat', 'daarnaast'.
Back
🤔
Wat zijn signaalzinnen?
Front
Signaalzinnen zijn hele zinnen die een verband aangeven tussen verschillende delen van een tekst. Ze kondigen bijvoorbeeld een nieuw onderwerp aan of vatten een voorgaand deel samen.
Back
🤔
Wat zijn signaalpassages?
Front
Signaalpassages zijn langere tekstgedeelten, zoals alinea's of hoofdstukken, die expliciet de structuur van de tekst aangeven of een belangrijk verband leggen tussen verschillende delen van de tekst.
Back
🤔
Wat is een tekststructuur?
Front
De tekststructuur is de manier waarop een tekst is opgebouwd en georganiseerd. Dit omvat de indeling in inleiding, kern en slot, en de logische volgorde van argumenten of informatie.