Kennislesje met alle woordsoorten die je moet kennen op referentieniveau 1F: zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoord.
Wat gaan we leren?
We leren wat een zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord en lidwoord is.
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, ding, gevoel, plaats, tijd of concept. Je kunt er een lidwoord (de, het, een) voor zetten.
Bijvoorbeeld: de vrouw, de krokodil, de liefde, de maandag en het idee.
Wat is een lidwoord?
Een lidwoord staat vรณรณr een zelfstandig naamwoord en geeft aan of het om iets specifieks of algemeens gaat.
Er zijn drie lidwoorden in het Nederlands: de, het en een.
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het geeft een eigenschap of kenmerk aan.
Bijvoorbeeld: de mooie bloem, de grote hond, het rode huis.
Wat is een werkwoord?
Een werkwoord is een 'doe-woord'. Het zegt wat iets of iemand doet of wat er met iets of iemand gebeurt.
Bijvoorbeeld: lopen, denken, zijn, worden.
Slot-opdracht: Schrijf een korte tekst. Verwerk alle geleerde woordsoorten erin. Geef ze een aparte kleur en zet erbij welke woordsoort het is.
Beoordelingscriteria: Staan alle woordsoorten erin? Hebben ze de juiste kleur en naam?