Digitale flashcards zijn virtuele kaarten met een vraag op de voorkant en een antwoord op de achterkant, gebruikt via apps of software om te leren. Ze bevatten vaak multimedia zoals afbeeldingen of audio.

(Bron: Roediger & Karpicke, 2006)

Gebruikers maken kaarten met vragen en antwoorden in apps zoals Decklio, Anki of Quizlet. Ze bestuderen deze kaarten, waarbij software het herhalingsschema optimaliseert.

(Bron: Dunlosky et al., 2013)

Spaced repetition is een leermethode waarbij informatie met toenemende tussenpozen wordt herhaald om langetermijngeheugen te versterken.

(Bron: Cepeda et al., 2006)

Het benut het spacing-effect, waarbij herhaling over tijd betere retentie geeft dan massaal leren.

(Bron: Ebbinghaus, 1885)

Actieve recall is het proces van actief informatie ophalen uit het geheugen, wat het leren versterkt.

(Bron: Roediger & Butler, 2011)

Flashcards dwingen je om antwoorden te herinneren zonder hints, wat het geheugen traint.

(Bron: Karpicke & Roediger, 2008)

Het testing-effect toont aan dat het testen van kennis de retentie verbetert vergeleken met alleen herlezen.

(Bron: Roediger & Karpicke, 2006)

Flashcards simuleren tests door je te vragen informatie op te halen, wat het geheugen versterkt.

(Bron: McDaniel et al., 2007)

Metacognitie is het bewustzijn en de controle over je eigen leerproces, zoals weten wat je weet.

(Bron: Dunlosky & Metcalfe, 2009)

Flashcards laten je beoordelen of je een antwoord correct hebt, wat je inzicht in je kennis vergroot.

(Bron: Dunlosky et al., 2013)

Digitale flashcards bieden geautomatiseerde spaced repetition en multimedia-ondersteuning.

(Bron: Wissman et al., 2012)

Herhaal kaarten regelmatig en gebruik actieve recall om informatie dieper te verwerken.

(Bron: Karpicke & Blunt, 2011)

Interleaving is het afwisselen van onderwerpen tijdens het studeren, wat het begrip verbetert.

(Bron: Kang, 2016)

Meng kaarten van verschillende onderwerpen in één sessie om verbanden te leggen.

(Bron: Rohrer et al., 2015)

Apps plannen herhalingen automatisch, waardoor je efficiënter studeert.

(Bron: Dunlosky et al., 2013)

Afbeeldingen en audio versterken het geheugen door visuele en auditieve associaties.

(Bron: Mayer, 2009)

Maak vragen specifiek, kort en gericht op één concept.

(Bron: Dunlosky et al., 2013)

Korte kaarten voorkomen overbelasting van het werkgeheugen en bevorderen focus.

(Bron: Sweller, 1988)

Onmiddellijke feedback corrigeert fouten en versterkt correcte antwoorden.

(Bron: Butler & Roediger, 2008)

Herhaal volgens een spaced repetition schema, zoals dagelijks, dan wekelijks.

(Bron: Cepeda et al., 2008)

Zelf kaarten maken versterkt het begrip door actieve verwerking.

(Bron: Karpicke & Blunt, 2011)

Ze helpen woordenschat en grammatica te oefenen via herhaling en recall.

(Bron: Nation, 2001)

Herhaling en actieve recall versterken synapsen in de hersenen.

(Bron: Kandel, 2001)

Flashcards verbeteren examenresultaten door gerichte oefening.

(Bron: Hartwig & Dunlosky, 2012)

Varieer vragen en gebruik multimedia om het studeren boeiend te houden.

(Bron: Mayer, 2009)

Regelmatige successen met flashcards verhogen het vertrouwen in je kennis.

(Bron: Dunlosky & Metcalfe, 2009)

Apps zoals Decklio en Anki volgen je prestaties en passen herhalingen aan.

(Bron: Dunlosky et al., 2013)

Gebruik flashcards naast aantekeningen en oefenvragen voor een holistische aanpak.

(Bron: Dunlosky et al., 2013)

AI en adaptieve algoritmen zullen flashcards nog persoonlijker en effectiever maken.

(Bron: Settles & Meeder, 2016)